Kort verhaal – 2013
---
---
Jezus loves jou
Mijn vriend Jan kwam me opzoeken in Amsterdam.
Mijn vriend Jan kwam me opzoeken in Amsterdam.
Jan is nergens thuis en
daarom nooit lang op één plek. Hij kwam net uit Ghana, daarvoor was hij in
Bombay geweest. We hadden
elkaar al een eeuwigheid niet gezien.
We wandelden wat rond in
de buurt van mijn huis. Het was een broeierige dag en de lucht hing vol met
pluis van populieren, alsof het sneeuwde. Jan droeg versleten leren slippers en
zo'n camouflagebroek, wat ik vreemd vond, aangezien hij pacifist is. We moesten
wachten bij de brug op een binnenvaartschip vol zand. Gefascineerd stond hij
ernaar te kijken, naar de brug.
'Onvoorstelbaar,' zei hij, 'wat een kracht! Moet je kijken! Moet je kijken, man!' Hij wees naar de brug, die langzaam weer naar beneden kwam. 'Onvoorstelbaar. Je wéét gewoon hoeveel gewicht er aan zo'n ding hangt en toch gaat 'ie centimeter voor centimeter naar beneden, gestaag, evenwichtig... En het feit dat je de machinerie erachter niet ziet, maakt het alleen maar spannender! Een mysterieuze kracht die het gevaarte in toom houdt, de zwaartekracht trotseert. Machtig, godsallemachtig.'
We liepen verder, haalden een ijsje bij een Italiaanse ijscokar. Jan probeerde in het Italiaans te bestellen.
De blonde jongen op de kar zei met een plat Amsterdams accent: 'Moet je hore man, ik heb géén idee wat je allemaal zegt, maar d'r staat een rij achter je, dus as je effe op ken schiete, zou het mooi weze.'
Jan bestelde een hoorntje met vier bolletjes: chocolade, mango, drop en yoghurt.
Op de hoek van een druk kruispunt hield een dikke vrouw in een grijze wollen jas, veel te warm voor dit weer, demonstratief een kartonnen bordje omhoog. In een kinderlijk handschrift was er op geschreven: “Jezus loves jou”.
Jan stond er even naar te kijken, handen in de zij. Toen gebaarde hij mij zijn ijsje even vast te houden. Hij knoopte zijn broek los en stak zijn naakte billen naar haar uit.
'Onvoorstelbaar,' zei hij, 'wat een kracht! Moet je kijken! Moet je kijken, man!' Hij wees naar de brug, die langzaam weer naar beneden kwam. 'Onvoorstelbaar. Je wéét gewoon hoeveel gewicht er aan zo'n ding hangt en toch gaat 'ie centimeter voor centimeter naar beneden, gestaag, evenwichtig... En het feit dat je de machinerie erachter niet ziet, maakt het alleen maar spannender! Een mysterieuze kracht die het gevaarte in toom houdt, de zwaartekracht trotseert. Machtig, godsallemachtig.'
We liepen verder, haalden een ijsje bij een Italiaanse ijscokar. Jan probeerde in het Italiaans te bestellen.
De blonde jongen op de kar zei met een plat Amsterdams accent: 'Moet je hore man, ik heb géén idee wat je allemaal zegt, maar d'r staat een rij achter je, dus as je effe op ken schiete, zou het mooi weze.'
Jan bestelde een hoorntje met vier bolletjes: chocolade, mango, drop en yoghurt.
Op de hoek van een druk kruispunt hield een dikke vrouw in een grijze wollen jas, veel te warm voor dit weer, demonstratief een kartonnen bordje omhoog. In een kinderlijk handschrift was er op geschreven: “Jezus loves jou”.
Jan stond er even naar te kijken, handen in de zij. Toen gebaarde hij mij zijn ijsje even vast te houden. Hij knoopte zijn broek los en stak zijn naakte billen naar haar uit.
De vrouw begon te
schreeuwen. 'Perverseling, smeerlap!'
Grinnikend trok Jan zijn broek op, nam zijn ijsje weer van me over.
'Jesus loves me,' zei hij tegen de vrouw, 'nu jij nog.'
Grinnikend trok Jan zijn broek op, nam zijn ijsje weer van me over.
'Jesus loves me,' zei hij tegen de vrouw, 'nu jij nog.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten